-
1 iemand (toevallig/onverwacht) ontmoeten
iemand (toevallig/onverwacht) ontmoetenrun/bump into someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand (toevallig/onverwacht) ontmoeten
-
2 ontmoeten
1 [onvoorzien tegenkomen] meet ⇒ run/bump into♦voorbeelden:iemand (toevallig/onverwacht) ontmoeten • run/bump into someoneiemand vaak ontmoeten • see someone oftenik hoop je hier vaker te ontmoeten • I hope to see you here more often2 iemand regelmatig ontmoeten • see/meet someone regularly -
3 banged into
iemand toevallig ontmoeten,kreeg een dreun -
4 bang into someone
bang into someone -
5 bang
adv. klap, dreun; met lawaai--------interj. boem!--------n. slag; geluid van een explosie; harde slag, dreun; verdovend middel, hennep--------v. slaan, treffen; voortdurend lawaai maken; opzettelijk lawaai maken; een speciale haardracht ("pony") maken waarbij het voorhoofd zichtbaarder wordt; (Agressieve Slang) deelnemen aan geslachtsgemeenschap, een paar vormenbang1[ bæng] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klap ⇒ dreun, slag2 knal ⇒ ontploffing, schot3 plotselinge inspanning/energie♦voorbeelden:3 start off with a bang • hard aan het werk gaan/van stapel lopen————————bang2♦voorbeelden:bang into someone • iemand toevallig ontmoeten→ bang away bang away/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stoten ⇒ bonzen, botsen2 dichtgooien/smijten♦voorbeelden:→ bang out bang out/————————bang3〈 bijwoord〉1 precies ⇒ pats, vlak2 plof ⇒ boem, paf♦voorbeelden:〈 informeel〉 bang on • precies goed/raakbang on time • precies op tijdbang went another million • nog een miljoen naar de maancome bang up against (something) • stuiten op (iets)————————bang41 boem! ⇒ pats!, pang! -
6 meet
adj. op de juiste plaats zijnde, passend, voorzien--------n. ontmoeting; plaats van ontmoeting (bij jagers, etc.)--------v. ontmoeten; samenkomen; tegenkomen; kennis maken met; antwoord geven aan; volgens het tijdschema meegaanmeet1[ mie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————meet21 elkaar ontmoeten ⇒ elkaar treffen/tegenkomen♦voorbeelden:→ meet with meet with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontmoeten ⇒ treffen, tegenkomen4 afhalen5 behandelen ⇒ tegemoet treden, het hoofd bieden8 ondervinden ⇒ ondergaan, dragen♦voorbeelden:meet the expenses • de kosten dekken -
7 trouver
trouver [troevee]1 vinden ⇒ ontdekken, ontwaren, uitdenken2 vinden ⇒ aantreffen, ondervinden, ontmoeten4 vinden ⇒ van mening zijn, oordelen5 vinden ⇒ noemen, aanwijzen♦voorbeelden:trouver à redire à qc. • ergens iets op aan te merken hebbentrouver la porte fermée • voor een gesloten deur staanje l'ai trouvé fouillant dans mon tiroir • ik heb hem betrapt toen hij mijn la doorzochtaller trouver qn., venir trouver qn. • iemand (gaan, komen) opzoeken〈 informeel〉 où avez-vous trouvé cela? • hoe komt u erbij?où peut-on vous trouver? • waar kan men u bereiken?→ plaisir〈 informeel〉 la trouver mauvaise, saumâtre • iets vervelend, zuur vinden1 zich bevinden ⇒ zijn, liggen, staan♦voorbeelden:1 se trouver court • niet verder kunnen, blijven stekense trouver laid • zich lelijk vindens'en trouver bien • zich er wel bij bevindense trouver mal • zich niet lekker voelença se trouve bien! • dat treft goed!1. v 2. se trouverv2) zich voelen3) blijken -
8 rencontre
rencontre [rãkõtr]〈v.〉2 botsing3 (het) treffen ⇒ tweegevecht, duel4 wedstrijd ⇒ match, ontmoeting♦voorbeelden:faire une mauvaise rencontre • een onguur iemand tegen het lijf lopenfaire la rencontre de qn. • iemand ontmoeten, tegenkomenj'ai fait une rencontre! • raad eens wie ik tegen het lijf gelopen ben!je suis allé à sa rencontre • ik ben hem een eind tegemoet gegaanaller, venir à la rencontre de qn. • iemand tegemoet gaan, komenje suis allé à sa rencontre • ik ben hem een eind tegemoet gegaande rencontre • toevalligf1) ontmoeting2) botsing3) duel4) wedstrijd -
9 tegenkomen
1 [ontmoeten] meet♦voorbeelden:1 iemand op straat tegenkomen • run/bump into someone on the street2 een mens komt heel wat vreemde dingen tegen in zijn leven • a person sees a lot of strange things in (the course of) his life
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский